Toen Obama namelijk zijn eerste stappen zette in zijn kantoor, trof hij een
zwaar verouderd ICT-systeem aan met een e-mailserver die tijdens zijn eerste
veertig dagen één vijfde van de tijd offline was. Dit leidde tot hilariteit
en verbazing bij Brook Colangelo, die tegelijk met de Amerikaanse president
begon als ICT-beheerder van het Witte Huis, zo vertelt hij in een interview
met technologiewebsite Computerworld
.
Colangelo stelde dat meer dan 80 procent van alle computerapparatuur verouderd
was. Zo moest Rahm Emanuel, destijds de nieuwe stafchef in het Witte Huis,
nog werken met een desktop met floppydrive.
De inhaalslag met de moderne technologische standaard werd de eerste dag door
de ICT-beheerder ingezet met het bezorgen van de allereerste presidentiële
Blackberry. “Die ervaring was mind-blowing,” keek Colangelo terug.
Maar de echte catastrofe kwam op de zesde dag van de Obama-administratie, toen
de hele e-mailserver uitviel. “Onze e-mailservers waren 21 uur buiten
dienst,” vertelde Colangelo. “Het was de ergste dag in mijn hele
professionele carrière, of eigenlijk ooit.”
Daarbij hield het niet op: februari vorig jaar moest Colangelo namelijk
updates naar de de Amerikaanse president faxen, omdat het gehele netwerk was
uitgevallen. Wel bracht dit de ICT-beheerder het inzicht dat een datacentrum
voor noodgevallen misschien geen overbodige luxe zou zijn.
Na drie jaar klungelen is de ICT-voorziening in het centrum van de macht in de
VS nu weer helemaal up-to-date volgens Colangelo. Het internet valt niet
meer constant uit en de flintstones-computers zijn de deur uit gedaan.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl